Voor de beoordeling van de kredieten in het kader van begrotingsrechtmatigheid geldt dat elke overschrijding van een krediet onrechtmatig is (zie paragraaf 4.1 van het Intern controleprotocol).
In bijlage “7.3 Staat van investeringskredieten 2023” is een overzicht opgenomen van de realisatie van de investeringen ten opzichte van de gevoteerde kredieten.
In de financiële verordening is in artikel 7 lid 3 nader omschreven op welke wijze het college de raad informeert over de uitputting van kredieten. Hierbij is aangegeven dat in de tussentijdse rapportage alleen afwijkingen groter dan 5% op het investeringskrediet in de begroting worden toegelicht.
De uitputting is op investeringskredietniveau beoordeeld. Bij de volgende kredieten was sprake van een overschrijding op de lasten:
Krediet | Begrotig 2023 na wijziging | 5% van het krediet | Realisatie 2023 | Verschil |
Pickup VL-233-G | 46.039 | 2.302 | 48.085 | -2.046 |
VV VRI Abtspoelweg | 345.000 | 17.250 | 345.690 | -690 |
Hendrik Heukelsbrug | 640.000 | 32.000 | 646.122 | -6.122 |
Huisvestingsonderzoek Leo Kanner School | 93.000 | 4.650 | 93.509 | -509 |
Project toegangscontrole | 84.500 | 4.225 | 85.113 | -613 |
Totaal | 9.980 |
Aan de hand van de beoordeling is vastgesteld dat bij bovenstaand kredieten sprake was van een kredietoverschrijding die kleiner was dan de door de raad vastgestelde 5% op het investeringskrediet.
Bij bovenstaande kredieten is het voorstel om deze met het vaststellen van de jaarstukken 2023 af te sluiten. Er zijn ook kredieten waarbij sprake was van een onderschrijding van de lasten, waarbij tevens het voorstel is om deze af te sluiten bij het vaststellen van de jaarstukken 2023. Deze kredieten zijn opgenomen in bijlage 7.3 Staat van Investeringskredieten.