PDF Opties

Gewaarborgde geldleningen

Het op de balans opgenomen bedrag voor gewaarborgde geldleningen bestaat uit de volgende borgstellingen:

Geldnemer

Hoofdsom

%

Schuldrestant

Schuldrestant

1-1-2023

31-12-2023

St. Erfgoed Oud-Poelgeest

940

100%

534

481

Rijnlands Lyceum

2.000

100%

1.733

1.667

F.C. Oegstgeest

136

100%

52

46

Oegstgeester Golfclub

450

50%

390

374

Oegstgeester Lawn Tennis Club

272

100%

48

41

Stichting Beheer de Voscuyl

2.685

91%

2.284

2.175

Tafeltennisvereniging Pecos

23

100%

13

0

St. Begraafplaats Groene Kerk

1.515

100%

940

888

St. Marente

3.086

100%

720

617

Totaal directe borgstellingen

11.107

6.714

6.288

Waarborgfonds Sociale Woningbouw

DUWO

166.942

Achtervang

343

1.454

Stichting MeerWonen

107.341

Achtervang

57.836

68.081

Stichting Mooiland

45.685

Achtervang

6.689

298

Stichting Portaal

374.198

Achtervang

539

864

Totaal Waarborgfonds Sociale Woningbouw

694.166

Achtervang

65.407

70.697

Totaal Waarborgfonds Eigen Woning (NHG)

48.0001

Achtervang

48.000

46.000

Totaal dir. borgstellingen + Waarborgfondsen

753.273

120.121

122.985

  1. 1 De oorspronkelijke hoofdsom wordt niet gerapporteerd door de NHG, daarom is onder “Hoofdsom” het gegarandeerde bedrag van het voorgaande verslagjaar opgenomen.

Bedragen x € 1000,-

Rechtstreekse borgstelling door de gemeente - per 31 december 2023: € 6.288.000­
We staan borg voor de betaling van rente en aflossing van geldleningen van instellingen die binnen ons grondgebied actief zijn. In 2023 zijn geen betalingen op borgstellingen ingeroepen.

In 2023 heeft het College van Burgemeester en Wethouders geen nieuwe besluiten genomen op borgstelling.

Garantstelling via het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) - per 31 december 2023: € 70.697.000­
Binnen het grondgebied van onze gemeente is een aantal toegelaten instellingen actief dat vanaf december 2007 borging van leningen moet laten lopen via het WSW. Het WSW biedt corporaties de mogelijkheid om leningen aan te trekken tegen een lagere rente, door middel van borgstelling. Het WSW kan echter alleen borg staan als de rijksoverheid en de gemeenten een minimaal garantieniveau van het WSW garanderen. Dit heet de achtervang. De achtervang biedt financiers zekerheid, waardoor het rendement voor de financiers volledig gegarandeerd is.

De zekerheidsstructuur van het WSW bestaat uit drie lagen:

Primaire zekerheid: de financiële middelen van de corporatie­.
De financiële positie van de corporatie vormt de eerste zekerheid. Het WSW stelt eisen aan de kredietwaardigheid van (aspirant-) deelnemers.

Secundaire zekerheid: het garantievermogen van het WSW­.
Als corporaties hun rente- en aflossingsverplichtingen niet nakomen, dan kan de financier het WSW aanspreken. Hiertoe beschikt het WSW over een borgstellingsreserve. Als de borgstellingsreserve van het WSW onder een bepaald garantieniveau komt of dreigt te komen, dan heeft het WSW de plicht obligo’s op te vragen bij de corporaties. De obligo is een financiële bijdrage die de corporatie verschuldigd is op basis van een overeenkomst tussen de corporatie en het WSW. Het garantievermogen bestaat dus uit de borgstellingsreserve van het WSW plus de obligoverplichting.

Als een financier het WSW aanspreekt, en het WSW betaalt voor een corporatie, dan krijgt het WSW een vordering op de desbetreffende deelnemer (regresrecht). De deelnemende corporatie heeft onroerende zaken in onderpand gegeven bij het WSW. De corporatie heeft zich verplicht deze onroerende zaken vrij van hypotheek te houden, en er op eerste verzoek van het WSW een hypotheekrecht te vestigen voor het WSW. Daarnaast kan het WSW ook een aanspraak doen op het overige bezit. Zo wordt de schade bij het WSW zo veel mogelijk beperkt.

Tertiaire zekerheid: rijksoverheid en gemeenten­.
De achtervangpositie van Rijk en gemeenten vormt de derde zekerheid. Als het WSW, na het opvragen van de obligo’s en het uitoefenen van het regresrecht, nog steeds niet kan voldoen aan de verplichting, dan moeten de rijksoverheid en de gemeenten renteloze leningen aan het WSW verstrekken. Dit is geregeld in de achtervangovereenkomsten die het WSW heeft met de gemeenten en de rijksoverheid.
In het geval dat de achtervangers op hun achtervangpositie worden aangesproken, geldt een vooraf bepaalde verdeling. Hierbij neemt de rijksoverheid 50% voor haar rekening; de gemeente zal de overige 50% van de leningen verstrekken. De tertiaire zekerheid is nog nooit ingeroepen.

Wijziging achtervangovereenkomst WSW: medio 2021 is de achtervangovereenkomst, die het WSW afsluit met de gemeenten, gewijzigd. De grootste wijziging is dat de het risico evenwichtiger wordt verdeeld over de gemeenten, indien een corporatie werkzaam is binnen verschillende gemeenten. Het College van de gemeente Oegstgeest is akkoord gegaan met deze wijziging. Met ingang van deze jaarrekening is het, door het WSW bepaalde toegewezen risico, gepresenteerd in de jaarrekening van gemeente Oegstgeest. In de voorgaande jaren werd het risico gelijkgesteld aan het restanthoofdsom, maar deze relatie is komen te vervalen met het in werking treden van de nieuwe achtervangovereenkomst.

Garantstelling via het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW)­
Naast de 100%-garantiestellingen en de achtervang bij de door het WSW verstrekte garantstellingen, heeft de gemeente Oegstgeest ook een achtervangfunctie bij het Waarborgfonds Eigen Woning (WEW), beter bekend als Nationale Hypotheekgarantie. ­
De achtervangfunctie bij het WEW is gerealiseerd door middel van een achtervangovereenkomst tussen het WEW en de rijksoverheid en (standaard) achtervangovereenkomsten tussen het WEW en alle gemeenten. Op basis van deze overeenkomsten kan het WEW bij dreigende liquiditeitstekorten een beroep doen op achtergestelde, renteloze leningen verstrekt door het Rijk (50%) en verstrekt door de gemeenten (50%). Het WEW kan de achtervangfunctie aanspreken indien het fondsvermogen kleiner is dan anderhalf maal het gemiddeld verliesniveau.

Per 1 januari 2011 is de achtervangfunctie van de gemeenten vervallen voor nieuw af te geven hypotheekgaranties. Vanaf deze datum is, voor nieuw af te geven hypotheekgaranties, sprake van een 100%-achtervang door het Rijk. In dit verband zijn de achtervangovereenkomsten per 1 januari 2011 zodanig aangepast dat de gemeenten niet worden aangesproken op de risico’s die voortvloeien uit hypotheekgaranties die zijn verstrekt na 31 december 2010.

Jaarlijks verstrekt het WEW een liquiditeitsprognose over de voorliggende vijf jaar. Op basis van de meest recente liquiditeitsprognose is de verwachting dat geen aanspraken worden gedaan op de achtervangfunctie van gemeenten en Rijk (bron: Jaarrekening WEW 2019). Jaarlijks verstrekt het WEW tevens een opgave van het nominaal gegarandeerde bedrag per gemeente. Het nominaal door de gemeente Oegstgeest gegarandeerde bedrag bedraagt € 46.000.000 (hoofdsom van de verstrekte NHG-hypotheken tot 2011) .